bovenbalk
    Stichting Handboogsport Accomodatie Ovezande | Uno | Willem Tell | Spes Nostra | Zeelandia
7

STATUTEN

NAAM, ZETEL EN DUUR.
Artikel 1.
1. De stichting draagt de naam: Stichting Handboogsport Accommodatie Ovezande i.o.
2. Zij heeft haar zetel in Ovezande, gemeente Borsele.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.

DOEL.
Artikel 2.
1. De stichting stelt zich ten doel het ondersteunen en bevorderen van de handboogsport en het geven van gelegenheid tot het beoefenen van de handboogsport.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het beheren van een binnen- en buitengelegenheid tbv de handboogsportbeoefening, waaronder begrepen het onderhoud, schoonhouden, en ter beschikking stellen van de binnen- en buitenaccommodatie en al hetgeen in de ruimste zin daarmee verband houdt.

VERMOGEN
Artikel 3.
Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
‑‑alle met het doel der stichting samenhangende ontvangsten;
‑‑subsidies en donaties
‑‑schenkingen, erfstellingen en legaten;
‑‑alle andere verkrijgingen en baten.

BESTUUR
Artikel 4.
1.  Het bestuur van de stichting bestaat uit ten hoogste acht leden en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal leden wordt, met in achtneming van het in de vorige zin bepaalde, door het bestuur vastgesteld.
2.  Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een pen­ningmeester. De functie van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
3.  De benoeming der leden geschiedt door het bestuur op voordracht van en uit de deelnemende verenigingen te weten: Willem Tell, Spes Nostra, Zeelandia, UNO.
4.  Het bestuur kan zich doen bijstaan door adviserende leden. Deze leden hebben slechts een adviserende stem. Op uitnodiging van het bestuur kunnen functionarissen van de stichting als adviseur aan de bestuursvergadering deelnemen.
5.   Bij het ontstaan van een (of meer) vacatures) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen drie maanden na het ontstaan van de vacatures) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s), zulks met inachtneming van het bepaalde in dit artikel en artikel 9.
Zodra in de benoeming van een op voordracht van een vereniging benoemd bestuurslid moet worden voorzien, doet het stichtingsbestuur hiervan schriftelijk mededeling aan de betreffende vereniging.
Indien binnen drie maanden nadat deze mededeling is verzonden, niet tot een voordracht is overgegaan, is het stichtingsbestuur bevoegd zonder voordracht voor de benoeming zorg te dragen.
6.  Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 8.
7.  De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 5.
Het bestuur kan uit zijn midden een dagelijks bestuur aanwijzen, bestaande uit vier leden waarvan een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en een lid, die algemeen plaatsvervanger is voor de voorzitter, secretaris en penningmeester. Het dagelijks bestuur is belast me de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur en met de dagelijkse gang van zaken der stichting.

BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN
Artikel 6.
1.  Ieder kalenderjaar wordt tenminste 2 keer vergadering gehouden.
2.  Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen twee weken na het verzoek, zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
3.  De oproeping tot de vergadering geschiedt, behoudens het in lid 3 bepaalde, door de secretaris, tenminste zeven werkdagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend
4.  De uitnodiging voor de vergadering vermeldt, behalve plaats en tijdstip van vergadering, de te behandelen onderwerpen.
5.  Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene. De besluiten worden genomen met algemene stemmen.
6.  De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij diens afwezigheid zal de vergadering geleid worden door de algemene plaatsvervanger van het (dagelijks) bestuur; indien deze eveneens afwezig is wijst vergadering zelf haar voorzitter aan.
Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der aanwezigen, door de vergadering daartoe aangezocht. De notulen worden in de volgende vergadering vastgesteld.
8.  Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen, indien alle in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
9.  Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Besluiten worden uitsluitend genomen met algemene stemmen. Kunnen in een vergadering geen besluiten worden genomen, dan wordt hiervan aan alle leden kennis gegeven en wordt opnieuw een vergadering uitgeschreven, met vermelding van de te behandelen punten. In de daarop volgende vergadering kunnen over de punten, in de oproepingsbrieven tot de eerste vergadering gemeld, weer alleen geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen.
Indien nog geen besluit genomen kan worden, worden de te behandelen punten aan de deelnemende verenigingen voorgelegd, onder de aankondiging dat binnen drie maanden het stichtingsbestuur een definitieve beslissing zal nemen, met meerderheid van stemmen.
10.  Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
11.   Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING
Artikel 7.
1.  Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2.  Met inachtneming van deze statuten is het bestuur bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking.
3.  Voorafgaande goedkeuring van de vier betrokken verenigingen is vereist voor de besluiten van het bestuur, strekkende tot
a. Het kopen, huren of op andere wijze in eigendom, erfpacht, genot of gebruik verkrijgen van onroerende goederen voor de stichting en het vervreemden, bezwaren, verhuren en/of op andere wijze in genot of gebruik afstaan van onroerende goederen van de stichting. Verhuring in het kader van de exploitatie van de onder het beheer van de stichting staande ruimten valt hier niet onder. Normaal en preventief onderhoud valt hier eveneens niet onder.
b. Het aangaan of verstrekken van geldleningen, het aangaan van rekening‑courant overeenkomsten, het verlenen van borgtochten, of het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als hoofdelijk mede‑schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van e derde verbindt;
c. Het aanvaarden van erfstellingen, legaten of schenkingen, waaraan bezwarende voorwaarden of lasten zijn verbonden.
Tot het verrichten van al welke handelingen het bestuur uitdrukkelijk bevoegd wordt verklaard.
4.  Het bestuur bepaalt de voorwaarden, waaronder door de verschillende verenigingen gebruik kan worden gemaakt van de voorzieningen. In deze  voorwaarden zal aan de diverse verenigingen, indien zij van deze voorzieningen gebruik wensen te maken, voldoende zekerheid worden verschaft, dat zij hierover gedurende een redelijke termijn naar hun behoeften kunnen beschikken.

Artikel 8.
De stichting wordt in en buiten rechte uitsluitend vertegenwoordig door het gehele (dagelijkse) bestuur.

ZITTINGSDUUR
Artikel 9.
De zittingsduur van het bestuur bedraagt vier jaar. Bestuursleden treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. De leden kunnen na aftreding steeds opnieuw worden benoemd voor een aansluitende zittingsperiode. Degenen die tussentijds ter vervulling van een open gevallen plaats tot lid zijn benoemd, treden af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats benoeming plaatsvond moet aftreden.

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP
Artikel 10.
Behalve door periodiek aftreden eindigt het bestuurslidmaatschap:
a. door overlijden van een bestuurslid;
b. bij het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door het nemen van ontslag middels schriftelijke mededeling aan het bestuur (bedanken);
d. bij het ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgelijk Wetboek;
e. door ontslag, gegeven krachtens een gemotiveerd besluit van de vereniging namens welke men zitting heeft in het bestuur;
f. door verbreking van de band met een vereniging namens welke men zitting heeft in het bestuur;
Mededelingen en besluiten betreffende ontslag en opzegging dienen de datum te bevatten, met ingang waarvan het lidmaatschap als beëindigd dient te worden beschouwd.

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN.
Artikel 11.
1.  Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. Het eerste boekjaar loopt vanaf heden tot en met een en dertig december negentienhonderd vijf en negentig
2.  Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester binnen twee maanden een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt , welke jaarstukken, vergezeld van rapport van een door het bestuur aangewezen deskundige, binnen drie maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangebo­den.
3.  De jaarstukken worden door het bestuur voorlopig vastgesteld. Het bestuur zendt de jaarstukken voor 1 april aan de deelnemende verenigingen ter commentariëring, welke voorts één maand de tijd hebben om te reageren, waarna het bestuur de jaarstukken definitief vaststelt.
4.  Jaarlijks wordt door het (dagelijks) bestuur het ontwerp van een begroting van baten en lasten van de stichting voor het volgende boekjaar ter vaststelling aan het bestuur aangeboden. Dit geschiedt op een zodanig tijdstip, dat vaststelling door het bestuur elk jaar vóór vijftien april kan plaatsvinden. De vastgestelde begroting van baten en lasten wordt vóór één mei ter commentariëring aan de deelnemende verenigingen aangeboden, welke voorts één maand de tijd hebben om te reageren, waarna het bestuur de begroting definitief vaststelt.

REGLEMENTEN
Artikel 12.
1.  Het bestuur is bevoegd een huishoudelijk reglement en eventuele andere reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
2.  Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3.  Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
4.  Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 15 lid 1 van toepassing.

STATUTENWIJZIGING
Artikel 13.
1.  Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen in een speciaal daartoe belegde vergadering, waarin alle leden van bestuur aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In de oproeping tot deze buitengewone vergadering, welke schriftelijk moet geschieden, moet het voorstel tot wijziging en de letterlijke tekst van de wijziging zijn vermeld. Tussen de oproeping en de vergadering moet een termijn van tenminste drie weken verlopen. Indien in deze vergadering niet alle leden aanwezig zijn, wordt opnieuw een vergadering belegd, welke binnen drie weken, doch niet eerder dan zeven dagen, na de eerste vergadering wordt gehouden en waarin tot wijziging van de statuten kan worden besloten met algemene stemmen. Dit besluit behoeft, wil het rechtsgeldig zijn, de goedkeuring van alle deelnemende verenigingen.
2.  De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
3.  De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het Openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.

ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 14.
1.  Het bestuur kan met algemene stemmen besluiten tot ontbinding der stichting in een speciaal daartoe belegde vergadering waarin alle leden van het bestuur aanwezig zijn.
2.  De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
3.  De vereffening geschiedt door het bestuur. De vereffenaars zijn rekening en verantwoording schuldig aan de deelnemende verenigingen.
4.  De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 15, lid 3.
5.  Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
6.  Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt gelijkelijk ter beschikking gesteld van de deelne­mende verenigingen, die dit moeten aanwenden voor een doel gelijk aan of zoveel mogelijk gelijk aan het doel der oprichting.
7.  Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende vijftien jaren berusten onder de jongste vereffenaar.

SLOTBEPALING
Artikel 15.
In alle gevallen, waarin zowel door de wet als deze statuten als de reglementen niet is voorzien, beslist het bestuur. Tenslotte verklaarde de comparant, ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4 leden 1 en 2, dat voor de eerste maal tot bestuurders van de stichting worden benoemd; de comparant:
als voorzitter, de heer/mevrouw naam, beroep, adres
als secretaris de heer/mevrouw naam, beroep, adres.
De comparant is mij, notaris, bekend.
Waarvan akte ........................................ (enzovoorts)